top of page

De wereld van Graphic Design intrigeerde Elke Van Kerckvoorde al altijd. Haar ouders hadden een grafisch ontwerpbureau, waardoor ze al heel jong ondergedompeld werd in grafische beeldentaal. 

 

Al die impulsen en materialen uit de reclamewereld hebben ervoor gezorgd dat Elke een soort ‘bibliotheek’ begon aan te leggen van interessant beeldmateriaal. Zo verzamelt ze nog altijd de Logobooks van Paul Ibou, boeken met verschillende soorten lettertypes, prenten, motieven en patronen én oude reclamefoldertjes die ze selecteert op ontwerp, kleur en techniek. 


Die grafische beeldtaal was voor haar ondertussen een manier van kijken en denken geworden. In het beeldend werk van Van Kerckvoorde zijn de strakke geometrische vormen van logo’s en symbolen, én het inhoudelijke aspect meer en meer synchroon beginnen lopen.


Enkele jaren geleden begon Van Kerckvoorde logo’s uit het straatbeeld te bewerken, om ze uiteindelijk naar iets schilderkunstigs om te zetten. De logo’s werden uit hun context gehaald waardoor ze geometrisch abstracte schilderijen werden. Van Kerckvoorde vervaardigde ze met veel aandacht voor de schilderkunstige kwaliteit van het werk. Later kreeg Elke ook meer en meer interesse in het inhoudelijke aspect van die symbolen. Dat resulteerde in een paar vragen die een invloed zouden hebben op haar verdere manier van werken: 

waar ligt de grens tussen design en kunst, 

tussen het digitale en de ambacht, 

tussen de uniciteit van één werk, en de uniciteit van een symbool.?

Bij het maken van haar beeldend werk, begint Van Kerckvoorde telkens met een voorontwerp in Adobe Illustrator. Daarna zet ze dit schilderkunstig om door gebruik te maken van strakke materialen, sjablonen en industriële lakken. 
 

Op die manier wordt de grens benadrukt tussen het mechanische en het ambachtelijke. Ook de grenslijn tussen de digitale voorontwerpen en het uiteindelijke fysieke werk wordt al maar dunner, daar de digitale ontwerpen ook ‘werk’ an sich zijn. Dat betekent dat een groot deel van Elke’s werk alleen bestaat als digitaal bestand. Om al de voorontwerpen te kunnen omzetten naar een fysiek werk, zou ze zich moeten kunnen omringen met verschillende assistenten. Die moeilijkheid zorgde voor een interessante evolutie in haar werk.

Vanuit dat onderzoek ontstond een reeks met de titel ‘De Assistenten’. 

 

Spontaan begon Elke, uit restjes hout uit het atelier, mannetjes te bouwen. Ze besloot om tien assistenten te creëren. Die kregen elk een functie en een naam. Vanuit dit ludieke idee ontstonden, tegen alle verwachtingen in, interessante beelden. Van Kerckvoorde fotografeerde de mannetjes vanuit verschillende standpunten en selecteerde de beste foto’s. Die werden dan digitaal omgezet naar lijntekeningen met de bedoeling ze te schilderen. Het leek Van Kerckvoorde echter interessanter om de plotter, die functioneerde als haar assistent, de reeks De Assistenten te laten uitvoeren. In Illustrator schilderde ze elk vlak met behulp van een tekentablet of computermuis. Voor elke kleur moest er een ander bestand gemaakt worden en moest het papier opnieuw door de machine. Een keer het bestand met de juiste instellingen is doorgestuurd naar de plotter, voert hij perfect dezelfde beweging uit zoals Elke ze heeft uitgevoerd op de computer. De plotter schildert of tekent het digitale bestand. 

 

Wat de reeks interessant maakt is dat het zowel inhoudelijk als beeldend de evolutie toont in het maken van het digitale werk van Elke Van Kerckvoorde. Het medium zijn de computergestuurde machines. De reeks refereert aan een rijke schilderkunstige geschiedenis: de beeldende assistenten van (USA) Philip Guston of de Digital Paintings van (D) Albert Oehlen, de mannetjes, portretten of assistenten van (Oek.) Malevich, (F) Léger, (VL) Dirk Zoete en de échte assistenten van zoveel kunstenaars. De reeks combineert oude schilderkunstige technieken met hedendaagse technologie, en stelt zowel de kunstenaar als de uitvoerder in vraag, en ook de uniciteit van het werk. 

 

Is Elke Van Kerckvoorde nog altijd de kunstenaar of louter de ontwerper? Op die vraag laat Elke liever haar assistenten antwoorden …

bottom of page